Change language

Probleemopgaven

Náboj Junior 2023

Als PDF downloaden

Opgave 1

Kiezelsteentjes verzamelen

Allie en Bas zijn kiezelsteentjes aan het verzamelen op het strand. Aangezien Allie al 49 kiezelsteentjes meer dan Bas heeft, besluit ze om vanuit haar eigen collectie 11 kiezelsteentjes aan Bas te geven. Hoeveel kiezelsteentjes meer heeft Allie nu vergeleken met Bas?

Oplossing

Antwoord:

27


Het geven van 11 kiezelsteentjes aan Bas door Allie komt erop neer dat Allie 11 kiezelsteentjes verliest en Bob er 11 krijgt. Het verschil in kiezelsteentjes wordt dus met 11 + 11 = 22 kleiner. Het verschil is nu dus 49 22 = 27.

Statistieken
1885
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
99.5%
teams opgelost
00:09:41
gemiddelde oplostijd

Opgave 2

Taxichauffeur

Rikkie is taxichauffeur. Hij is erachter gekomen dat hij 10800 kilometer heeft afgelegd gedurende de eerste drie maanden van 2023, en daarbij heeft hij ook nooit zijn taxi verlaten. Wat was Rikkies gemiddelde snelheid in kmh gedurende deze periode?

Oplossing

Antwoord:

5


Merk op dat de eerste drie maanden van 2023 respectievelijk 31, 28 en 31 dagen hebben. Als we dit samen nemen, krijgen we dus 31 + 28 + 31 = 90 dagen, ofwel 90 24 = 2160 uur. Rikkie heeft dus 10800 kilometer in 2160 afgelegd. Zijn gemiddelde snelheid is dus 10800km 2160h = 5kmh geweest.

Statistieken
1885
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
96.7%
teams opgelost
00:20:02
gemiddelde oplostijd

Opgave 3

Dozen

Een van Sylvies favoriete bezigheden is om vol bewondering naar haar dozen in haar kamer te kijken, en ze heeft er dan ook een tekening van gemaakt. Zie de figuur voor haar tekening. Elk vierkant in haar tekening heeft zijdelengtes van 2cm. Wat is de totale lengte van alle lijnstukken in Sylvies tekening?

PIC

Oplossing

Antwoord:

56


Om de onderste 4 vierkantjes te tekenen heeft Sylvie 13 lijnstukken nodig. Om vervolgens de 3 vierkantjes erboven te tekenen heeft Sylvie 7 extra lijnstukken nodig. En voor de 2 vierkantjes daar weer boven heeft ze er weer 5 nodig. En voor het laatste vierkantje tot slot nog 3. In totaal heeft ze dus 13 + 7 + 5 + 3 = 28 lijnstukken van elk 2cm getekend. In totaal is dat dus 28 2cm = 56cm.

Statistieken
1885
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
97.2%
teams opgelost
00:21:14
gemiddelde oplostijd

Opgave 4

Amerikaanse opgave

Michele is op vakantie naar de VS. Bij het kopen van een blikje cola heeft hij in levenden lijve ondervonden dat men daar verschillende eenheden gebruikt: het blikje cola bevat namelijk 12oz cola. Op het etiket staat verder dat één blikje cola 150 kilocalorie bevat. Hoeveel kilocalorie zou Michele binnenkrijgen als hij 100ml aan cola opdrinkt?

Je kunt omzettingen in de lijst van handige formules opzoeken.

Oplossing

Antwoord:

45


In de lijst van handige formules vinden we dat 36oz gelijk is aan 1l. De volume van het blikje cola is dus 12oz 36ozl = 1 3l. Er zit dus 3 150 = 450 kilocalorie in één liter cola, en dus 45010 = 45 kilocalorie in 100ml.

Statistieken
1885
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
84.8%
teams opgelost
00:41:08
gemiddelde oplostijd

Opgave 5

Schatkist

Hans en zijn piratenvrienden hebben een schatkist vol gouden munten gevonden. Ze verdelen de buit gelijkmatig onder elkaar. Als er 48 minder munten in de schatkist waren geweest, zou iedereen met 6 munten minder terug de boot in zijn gegaan. Hoeveel piratenvrienden heeft Hans (waarbij Hans zelf niet meetelt)?

Oplossing

Antwoord:

7


Als de schatkist 48 minder munten zou hebben gehad, zou iedereen 6 munten minder krijgen. Er zijn dus 486 = 8 piraten. Omdat er werd gevraagd naar het aantal piratenvrienden van Hans, is het antwoord nu 8 1 = 7.

Statistieken
1885
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
98.9%
teams opgelost
00:19:34
gemiddelde oplostijd

Opgave 6

Rondjes rennen

Nils en Ward gaan elke ochtend 18 minuten lang een paar rondjes rennen als hun dagelijkse workout. Nils rent daarbij steeds rondjes op een cirkelvormig pad met een straal van 70 meter, en Ward op een cirkelvormig pad met een straal van 35 meter. Het kost Nils 3 minuten en Ward 2 minuten om een rondje te lopen over hun eigen pad. Bij elke stap die ze nemen, leggen ze 100 centimeter af. Hoeveel stappen zullen ze in totaal hebben genomen na hun workout? Rond je antwoord af op het dichtstbijzijnde tienvoud.

Het volstaat voor deze opgave om π = 22 7 te nemen.

Oplossing

Antwoord:

4620


In 18 minuten rent Nils 183 = 6 rondjes. Elk rondje is daarbij 2π 70m = 140πm lang. In totaal legt hij dus 6 140πm = 840πm af, en een gelijk aantal stappen.

We beredeneren vergelijkbaar voor Ward: hij legt 182 = 9 rondjes met elk een lengte van 2π 35m = 70πm. In totaal legt hij dus 9 70πm = 630πm af, en een gelijk aantal stappen.

In totaal hebben Nils en Ward dus 840π + 630π = 1470π stappen gemaakt. Met de afschatting dat π = 22 7 zijn dat dus 1470 22 7 = 4620 stappen.

Ook de nauwkeurigere afschatting π = 3,14 zou ons een antwoord gegeven hebben van 4615,8, wat afgerond op tientallen op hetzelfde eindantwoord neer zou zijn gekomen.

Statistieken
1885
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
75.0%
teams opgelost
00:47:46
gemiddelde oplostijd

Opgave 7

Deursluiter

André bekijkt een deursluiter, die als de deur open is, hem automatisch weer probeert te sluiten. Andrés deur heeft een breedte van 80cm. De deursluiter bevindt zich 15cm van de scharnieren, en oefent een kracht van 48N uit op de deur. Hoeveel kracht is er minstens nodig om de deur te openen, in Newton?

PIC

Oplossing

Antwoord:

9


Om de deur met de minst benodigde druk te openen, willen we dat de hefboom precies in evenwicht is. De koppel M van de deursluiter is gelijk aan de kracht maal de afstand van de scharnieren, ofwel M = 48N 15cm = 720Ncm. Met dezelfde formule, toegepast op het uiteinde van de deur voor zoveel mogelijk koppel met dus een afstand van a = 80cm, krijgen we dat

F = M a = 720Ncm 80cm = 9N.

Statistieken
1885
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
54.7%
teams opgelost
00:53:30
gemiddelde oplostijd

Opgave 8

De aarde omwikkelen

Eva heeft een zeer lang touw gekocht waarmee ze de aarde om de evenaar kan omwikkelen. Adam besluit echter om een nog langer touw te kopen waarmee hij de aarde om de evenaar kan omwikkelen op een hoogte van 1m van de grond. Hoeveel meter langer moet het touw van Adam zijn dan het touw van Eva? Rond je antwoord af op 2 decimalen.

Neem aan dat de aarde een perfecte bol is.

Oplossing

Antwoord:

6,28


Aangenomen dat de aarde een perfecte bol is, omgeeft een touw gewikkeld om de evenaar een perfecte cirkel. Als we de straal van deze cirkel r noemen, moet de lengte van Eva’s touw 2πr zijn. Adam is daarentegen van plan een cirkel met als straal r + 1m te omgeven. Nu moet de lengte van Adams touw 2π(r + 1m) zijn. Het verschil in lengte van Adams touw en Eva’s touw is dan 2π(r + 1m) 2πr = 2πm6,28m.

Statistieken
1883
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
51.7%
teams opgelost
00:52:20
gemiddelde oplostijd

Opgave 9

Spiegeldoolhof

Marcel speelt een spelletje met spiegels. Het bestaat uit een 3 × 4-tabel zoals in de linkerfiguur. Marcel moet een (tweezijdige) spiegel diagonaal in elk van de vakjes neerzetten. Marcel schiet vervolgens met een laser een lichtstraal af, die uiteindelijk het spiegeldoolholf weer verlaat. In de rechterfiguur staat zo’n mogelijke situatie. Wat is het kleinst mogelijke aantal keren dat de lichtstraal in een spiegel gereflecteerd wordt, om vanuit hetzelfde beginpunt hetzelfde eindpunt te bereiken?

PIC

Oplossing

Antwoord:

5


Het is makkelijk om de volgende configuratie met 5 reflecties te vinden:

PIC

Maar merk nu ook op dat bij elke reflectie de richting van de lichtstraal van verticaal naar horizontaal, of andersom gaat. Bij elke oneven reflectie is de richting dus verticaal, terwijl die bij elke even reflectie horizontaal is. Het aantal reflecties moet daarom oneven zijn.

We ondervinden daarnaast ook dat (1 en) 3 reflecties onmogelijk zijn: anders zou de lichtstraal enkel door de 3 meest linkervakjes zijn geweest, wat wegens het steeds veranderen van richting onmogelijk is.

Het aantal reflecties is dus een oneven getal dat groter is dan 3, en dus vinden we dat het kleinst mogelijke aantal inderdaad 5 is.

Statistieken
1870
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
91.1%
teams opgelost
00:25:46
gemiddelde oplostijd

Opgave 10

Een eentonige opgave

Thomas heeft zijn eigen soorten getallen bedacht, die hij eentonig noemt. Een (strikt) positief geheel getal noemt hij eentonig, als al zijn cijfers gelijk aan elkaar zijn. Hoeveel eentonige getallen groter dan tien en kleiner dan een miljoen zijn er?

Oplossing

Antwoord:

45


Als we enkel het cijfer 1 zouden gebruiken, dan krijgen we 11, 111, 1111, 11111 en 111111 als onze 5 mogelijkheden. Voor alle andere mogelijke cijfers, in totaal dus 9 omdat 0 niet mee kan doen, redeneren we net zo. In totaal zijn er dus 9 5 = 45 eentonige getallen die groter zijn dan tien en kleiner dan een miljoen.

Statistieken
1853
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
94.8%
teams opgelost
00:16:30
gemiddelde oplostijd

Opgave 11

Oud bord

Wouter heeft een oud bord op zolder gevonden: zie figuur. Hij wil de getallen 0, 1, 2, 3, 4, 5 en 6 op het bord plaatsen, zodanig dat elk vakje precies één cijfer bevat en elk cijfer ook precies één keer is gebruikt. Dit moet gedaan worden op zo’n manier, dat de som van de getallen in elk van de kolommen allemaal gelijk aan elkaar zijn. Wouter is elke mogelijke configuratie nagegaan en heeft ook steeds het product van de getallen in de middelste kolom opgeschreven. Hoeveel verschillende getallen heeft Wouter opgeschreven?

PIC

Oplossing

Antwoord:

1


Omdat de som van alle getallen gelijk is aan 0 + 1 + 2 + 3 + 4 + 5 + 6 = 21, is de som van de getallen in elk van de kolommen gelijk aan 213 = 7. Dit betekent dat het getal 0 zich niet in een van de buitenste kolommen kan bevinden, omdat we anders voor het andere vakje binnen dezelfde kolom dan een 7 zouden moeten gebruiken die we niet tot onze beschikking hebben. De 0 moet dus altijd wel in de middelste kolom voorkomen, waardoor Wouters product altijd een 0 is. Wouter kan dus maar hoogstens 1 getal opgeschreven, namelijk 0. Het is verder ook niet moeilijk om überhaupt een oplossing te vinden, waardoor Wouter ook echt die ene 0 opschrijft en het aantal opgeschreven getallen dus 1 is.

Statistieken
1840
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
82.9%
teams opgelost
00:27:46
gemiddelde oplostijd

Opgave 12

Badtijd

Tycho heeft een bad met een volume van 150l. De kraan vult het bad met een debiet van 0,2ls, en het afvoerputje leegt het bad met een debiet van 0,05ls. Tycho vult het bad met de kraan, maar vergeet daarbij de stop op het afvoerputje te doen. Hoeveel seconden langer moet hij nu wachten totdat het bad volledig gevuld is dan wanneer hij niet vergeten was om het afvoerputje af te dichten met de stop?

Oplossing

Antwoord:

250


Als Tycho de stop op het afvoerputje had gedaan, dan zou het bad in 150l : 0,2ls = 750s gevuld zijn geweest. Maar omdat Tycho dat juist vergeten was, is het debiet nu nog maar 0,2ls 0,05ls = 0,15ls. Dus nu kost het 150l : 0,15ls = 1000s om het bad te vullen, wat dus 1000s 750s = 250s langer wachten betekent.

Statistieken
1821
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
71.3%
teams opgelost
00:26:02
gemiddelde oplostijd

Opgave 13

Schaken

Jonas is aan het spelen met wat schaakstukken, nu met de koning. De koning kan naar elk van de 8 aangrenzende vakjes bewegen die een zijde of hoekpunt met zijn eigen vakje gemeen hebben, maar dat vakje moet dan wel nog niet door een ander stuk bezet zijn: zie de linkerfiguur. Jonas heeft de schaakstukken opgezet zoals in de rechterfiguur. Hoeveel vakjes kan de koning bereiken na precies 2 zetten?

PIC

Oplossing

Antwoord:

16


Na de eerste zet kan de koning elk van de volgende vakjes bereiken:

PIC

En na de tweede zet kan de koning elk van de vakjes bereiken die weer grenzen aan die vakjes, en dat zijn er nu 16:

PIC

Statistieken
1770
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
89.7%
teams opgelost
00:16:23
gemiddelde oplostijd

Opgave 14

Uitgeknipte vierhoek

Anastasia begon zich te vervelen tijdens de wiskundeles, en besloot daarom maar een vierhoek met een omtrek van 49cm te tekenen. Toen heeft ze de vierhoek langs de diagonaal geknipt, zodat er er nu nog 2 driehoeken overblijven. De som van de omtrekken van deze 2 uitgeknipte driehoeken blijkt nu 77cm te zijn. Wat is de lengte van de diagonaal waar Anastasia langs geknipt heeft, in centimeter?

Oplossing

Antwoord:

14


De omtrek van de twee nieuwe driehoeken samen bevat uit de zijden van de originele vierhoek, en de diagonaal twee keer (namelijk één keer voor elke driehoek). De som van de omtrekken van de twee driehoeken (77cm) is dus gelijk aan de omtrek van de vierhoek (49cm), plus tweemaal de lengte van de diagonaal. Tweemaal de lengte van de diagonaal is dus 77cm 49cm = 28cm, en de lengte van de diagonaal zelf dus 28cm : 2 = 14cm.

Statistieken
1724
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
81.3%
teams opgelost
00:17:29
gemiddelde oplostijd

Opgave 15

(Laten) vallen en oprapen

Camellia is op zijn skateboard aan het rijden met een snelheid van 9kmh. Hij gooit een bal op, zodat die precies 4 seconden later de grond gaat raken. Precies zodra hij de bal opgegooid heeft, versnelt Camellia naar een snelheid van 18kmh. Hoeveel meter is Camellia verwijderd van de bal wanneer de bal de grond raakt?

Neem aan dat de luchtweerstand verwaarloosbaar is.

Oplossing

Antwoord:

10


Precies nadat Camellia de bal opgegooid heeft, is de horizontale snelheid van de bal gelijk aan 9kmh = 2,5ms, terwijl Camellia’s horizontale snelheid 18kmh = 5ms is. De relatieve snelheid waarmee Camellia op de bal uiteindelijk voorloopt is dus 5ms 2,5ms = 2,5ms. Zodra de bal de grond geraakt heeft, na 4 seconden dus, is de afstand tussen Camellia en de bal dus 2,5ms 4s = 10m.

Statistieken
1666
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
63.1%
teams opgelost
00:25:53
gemiddelde oplostijd

Opgave 16

Feestje

Anjet, Blåhaj, Casper en Damaris hielden samen een feestje. Ze kwamen allemaal op verschillende tijdstippen aan. Op het feestje deden ze allemaal de volgende onware uitspraken:

Anjet: "Ik was er als tweede."

Blåhaj: "Ik was er voordat Anjet er was."

Casper: "Ik was er nadat Anjet er was."

Damaris: "Ik was er als eerste."

In welke volgorde kwamen ze aan?

Geef je antwoord door steeds de eerste letter te nemen van de namen van de feestgangers. Als bijvoorbeeld Anjet er als eerste was, vervolgens Blåhaj, dan Casper en tot slot Damaris, dan is het antwoord ABCD.

Oplossing

Antwoord:

CDAB


Laten we eerst kijken naar wanneer Anjet binnenkwam. Omdat diens eigen bewering niet waar is, is die niet als tweede aangekomen. Maar er geldt ook dat Blåhaj en Casper respectievelijk na en voor Anjet binnenkwamen, dus Anjet kan niet als eerste of laatste binnen zijn gekomen. Anjet moet dus wel de derde zijn geweest.

Omdat Blåhaj nu na Anjet kwam, is de enige mogelijkheid dat zij als vierde kwam.

Omdat Damaris vanwege diens eigen onware uitspraak niet als eerste kwam, en de derde en vierde plek al bezet zijn, moet die wel als tweede.

Uiteindelijk moet Casper dus ook wel als eerste geweest zijn, en is de uiteindelijke volgorde dus CDAB geweest.

Statistieken
1587
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
93.7%
teams opgelost
00:08:39
gemiddelde oplostijd

Opgave 17

Oneerlijke buslijnen

Johan moest een keer buslijn 397 nemen van Nieuw-Vennep naar Amsterdam. Hij merkte daarbij op dat hij steeds om de 2 minuten een bus in de tegenovergestelde richting tegenkwam (dus van Amsterdam naar Nieuw-Vennep, met dezelfde constante snelheid en over dezelfde wegen). Dat vond hij oneerlijk, omdat bij zijn dagelijkse buslijn 300 van Arnhem naar Nijmegen slechts om de 6 minuten een bus vanaf zijn bushalte vertrekt. Hoeveel meer bussen per uur vertrekken er vanaf hun vertrekhalte bij buslijn 397, dan bij buslijn 300? (Let op: het antwoord is in bussen per uur, en dus geen verhouding tussen het aantal bussen per uur tussen de twee buslijnen.)

Oplossing

Antwoord:

5


Als Johan in de bus van buslijn 397 de tegemoetkomende bussen bekijkt, is de relatieve snelheid dat een bus naar hem toekomt nu gelijk aan twee bussensnelheden. De constante afstand tussen twee bussen die na elkaar vertrekken vanaf de bushalte wordt dus twee keer zo snel afgelegd dan wanneer we een vast punt op de rijbaan bekijken, en dus ziet Johan in feite twee keer zo snel een bus tegemoetkomen dan hoe snel ze vanaf het busstation daadwerkelijk vertrekken. Bij buslijn 397 vertrekt er dus om de 2 2 = 4 minuten een bus, wat per uur dus 604 = 15 bussen zijn. Bij buslijn 300 is dit juist 606 = 10 bussen per uur. Bij buslijn 397 vertrekken er dus 15 10 = 5 meer bussen per uur dan bij buslijn 300.

Statistieken
1545
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
62.1%
teams opgelost
00:21:46
gemiddelde oplostijd

Opgave 18

Kunnen wij het maken!?

Bob de Bouwer wil een doos naar een hogere verdieping van een gebouw krijgen. Hij heeft al een katrol gebruikt om het mechanisme in de figuur te bouwen. Nu is voor Bob nadenken geblazen: de doos weegt 25kg en de wrijvingscoëfficiënt tussen de doos en de muur is 0,2. Wat is de kleinste benodigde kracht waarmee Bob aan het touw kan trekken om de doos naar boven te kunnen krijgen, in Newton?

PIC

Oplossing

Antwoord:

250


We merken op dat de wrijvingskracht enkel invloed op de doos heeft als die (horizontale) druk zou zetten op de muur: maar dat doet de doos helemaal niet. De enige tegenwerkende kracht op de doos is dus de zwaartekracht Fg = mg, met m = 25kg de massa van de doos. Bob moet dus trekken met op zijn minst een kracht van Fg = mg = 25kg 10Nkg = 250N.

Statistieken
1445
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
45.9%
teams opgelost
00:30:51
gemiddelde oplostijd

Opgave 19

Bessenjam

George gaat een proeverij van zijn authentieke jams houden. Hij heeft een voorraad van 10 potten aardbeienjam, 15 potten bosbessenjam, 7 potten cranberryjam, 15 potten druivenjam en 9 potten moerbeienjam. In eerste instantie wil George minstens 1 pot van elke smaak meenemen. Maar hij weet ook dat, in ieder geval bij zijn vrienden, de aardbeienjam en bosbessenjam erg gewild zijn. Hij wil dus ook minstens 2 potten aardbeienjam en minstens 5 potten bosbessenjam meenemen. Het is echter donker in George’ voorraadkamer, dus hij kan niet de potten van elkaar onderscheiden. Wat is het kleinst aantal potten dat George van de voorraadkamer kan potten om er zeker van te zijn dat hij genoeg potten jam uit het donker heeft meegenomen om aan zijn wensen te voldoen?

Oplossing

Antwoord:

50


Het idee is dat we gaan kijken naar de slechtst mogelijke scenario’s: George heeft van bijna alle potten jams alles meegenomen, maar van één smaak precies één pot te weinig. (Scenario’s waarin niet aan George’ eisen worden voldaan, kunnen altijd naar deze zo’n soort configuratie geoptimaliseerd worden.) In zo’n scenario hebben we dus alle 10 + 15 + 7 + 15 + 9 = 56 potten, behalve nog dat we van één soort het aantal potten benodigd om van alles naar net 1 missend te gaan moeten aftrekken.

Dit aantal kan (voor aardbeien) 10 2 + 1 = 9, of (voor bosbessen) 15 5 + 1 = 11, of (voor cranberry) 7 1 + 1 = 7, of (voor druiven) 15 1 + 1 = 15, of (voor moerbeien) 9 1 + 1 = 9 zijn. We willen het minst aftrekken, ofwel 7 potten. Het slechtst mogelijke scenario is dus met 56 7 = 49 potten, dus met 49 + 1 = 50 potten zitten we nog net veilig.

Statistieken
1331
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
59.9%
teams opgelost
00:22:25
gemiddelde oplostijd

Opgave 20

Tour de Náboj

Bij de fietswedstrijd Tour de Náboj moesten de wielrenners over een weg fietsen die de hele tijd ofwel bergafwaarts, ofwel bergopwaarts was – een-derde van de race-afstand was bergopwaarts en twee-derde van de race-afstand was bergafwaarts. Na de competitie was een aantal statistici aan de slag gegaan om een paar interessante statistieken te onderzoeken met betrekking tot de winnaar. De winnaar had een gemiddelde snelheid van 24kmh, en heeft 3 keer zoveel tijd besteed aan de bergopwaartse delen als de bergafwaartse delen. Wat was de gemiddelde snelheid van de winnaar gedurende de bergafwaartse delen in kilometer per uur?

Oplossing

Antwoord:

64


Zij s de lengte van de hele weg van de race, zij t de tijd die de winnaar erover deed om te finishen. Omdat de gemiddelde snelheid van de winnaar nu 24kmh was, geldt nu dat s t = 24kmh.

Twee-derde van de race-afstand was bergafwaarts, dus de lengte van deze delen is 2 3s. Verder geldt er dat de winnaar 3 keer zoveel tijd had besteed aan de bergopwaartse delen. De bestede tijd aan de bergafwaartse delen is dus 1 4t. De gemiddelde snelheid van de winnaar gedurende de bergafwaartse delen was dus

v = 2 3s 1 4t = 8 3 s t = 8 3 24kmh = 64kmh.

Statistieken
1213
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
30.1%
teams opgelost
00:33:01
gemiddelde oplostijd

Opgave 21

Magisch vierkant

Katrielle is aan het spelen met een magisch vierkant. Het doel daarbij is om de vakjes van de 3 × 3-tabel met getallen te vullen, zodanig dat de sommen van de drie getallen in elk van de rijen, kolommen en beide diagonalen allemaal gelijk aan elkaar zijn. Katrielle heeft al een paar getallen ingevuld zoals in de figuur. Wat is de som van de vijf getallen die nog ingevuld moeten worden om het magisch vierkant kloppend te maken?

PIC

Oplossing

Antwoord:

95


Bekijk eerst de laatste rij en de tweede kolom. Ze moeten dezelfde som hebben, maar we weten ook dat ze een vakje gemeen hebben. De sommen van de steeds twee getallen die ze niet gemeen hebben, moeten dus ook aan elkaar gelijk zijn. Dus 15 + 19 = 34 is gelijk aan 16 plus het getal in het middelste vakje, wat dus nu 34 16 = 18 moet zijn.

PIC

Vanwege de diagonaal vanaf linksboven weten we nu dat alle sommen gelijk moeten zijn aan 17 + 18 + 19 = 54. We kunnen nu met gemak het hele magische vierkant invullen.

PIC

De som van de vijf aanvankelijk lege vakjes is dus 21 + 22 + 18 + 14 + 20 = 95.

Statistieken
1053
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
56.4%
teams opgelost
00:22:56
gemiddelde oplostijd

Opgave 22

Laswerk

Gerard is met wat draad met een soortelijke weerstand van 0,1Ωm aan het lassen geweest om de figuur hieronder te maken. Het bestaat uit eerst een draad van 1m, dan een gelijkzijdige driehoek met een zijdelengte van 3m, vervolgens een gelijkzijdige driehoek met een zijdelengte van 6m en tot slot een draad van 1m. Bereken de weerstand van zijn laswerk tussen de punten A en B in Ohm.

PIC

Oplossing

Antwoord:

0,8


Door elke meter aan draad te vervangen door een weerstand met weerstand R0 = 0,1Ω, krijgen we het volgende diagram:

PIC

Nu kunnen we de gebruikelijke formules voor weerstanden in serie en parallel gebruiken om de weerstand tussen punten A en B te berekenen:

R = R0 + 1 1 6R0 + 1 3R0 + 1 1 6R0 + 1 12R0 + R0 = 8R0 = 8 0,1Ω = 0,8Ω.

Statistieken
906
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
18.2%
teams opgelost
00:29:05
gemiddelde oplostijd

Opgave 23

Zwembad

Anne houdt niet van het koude water in het zwembad, dus wil ze zonnepanelen kopen. Haar zwembad heeft een volume van 150hl en ze wil het zwembad opwarmen van 29C tot 33C in 10 uur tijd. Ook weet ze dat 1m2 aan zonnepanelen een vermogen heeft van 1,4kW in dit zonlicht. Hoeveel m2 zonnepanelen heeft Anne nodig om het water tot de gewenste temperatuur op te warmen in de gegeven tijd?

Oplossing

Antwoord:

5


Water met volume V = 150hl heeft massa m = V ρwater. Om dit op te warmen van de temperatuur t1 = 29C tot t2 = 33C moeten we de warmte Q = cwaterm(t2 t1) = cwaterV ρwater(t2 t1) hieraan toevoegen. Deze warmte moet gelijk zijn aan de arbeid verricht door de zonnepanelen. Die hebben vermogen P0 = 1,4kWm2 per oppervlakte-eenheid, dus als het totale oppervlak van de zonnepanelen S is, dan hebben ze vemogen P = P0S. Na tijd t = 10h zullen ze arbeid W = Pt = P0St hebben verricht. Dit is de arbeid verricht op het water, dus hebben we:

W = Q P0St = cwaterV ρwater(t2 t1) S = cwaterV ρwater(t2 t1) P0t = 4200J(kgC) 15m3 1000kgm3 (33C 29C) 1400Wm2 36000s = 5m2

Dus Anne heeft 5m2 zonnepanelen nodig.

Statistieken
771
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
28.3%
teams opgelost
00:28:42
gemiddelde oplostijd

Opgave 24

Voetbalwedstrijd

Een team van natuurkundigen heeft een voetbalwedstrijd van de Náboj Beker gespeeld tegen een team van wiskundigen. Bij de rust was de stand 3 2 in het voordeel van de natuurkundigen, maar de wedstrijd eindigde met een stand 4 5 in het voordeel van de wiskundigen. Op hoeveel verschillende volgorden kunnen de teams hun doelpunten hebben gescoord?

Oplossing

Antwoord:

40


We kunnen de volgorde van doelpunten aanduiden met een rij van P’s en M’s, waarbij P staat voor een doelpunt gescoord door de natuurkundigen en M voor een doelpunt gescoord door de wiskundigen. Met deze notatie kunnen we zien dat er 10 mogelijke volgorden zijn waarin de doelpunten in de eerste helft gescoord konden zijn: MMPPP, MPMPP, MPPMP, MPPPM, PMMPP, PMPMP, PMPPM, PPMMP, PPMPM, PPPMM. Door een soortgelijke procedure te volgen voor de overige 4 doelpunten in de tweede helft, vinden we dat er 4 mogelijke volgorden zijn: PMMM, MPMM, MMPM, MMMP. Omdat de eerste en de tweede helft onafhankelijke delen van de wedstrijd zijn, kan elke volgorde van doelpunten in de eerste helft worden gekoppeld aan elke volgorde van doelpunten in de tweede helft. Daarom is het totale aantal mogelijke manieren waarop alle doelpunten zijn gescoord 10 4 = 40.

Statistieken
642
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
50.3%
teams opgelost
00:21:07
gemiddelde oplostijd

Opgave 25

Een stabiele robot

Wat wetenschappers doen onderzoek doen naar een diep gat, waarvan de dwarsdoorsnede vierkant is. Hiervoor hangen ze een kleine robot met een massa van 15kg in het gat. Om de robot te stabiliseren, duwt hij met een arm tegen elke kant van het gat. Elke arm duwt met kracht F. De wrijvingscoëfficiënten tussen de armen en de kanten zijn 0,3. In de figuur staat een schets van de situatie, van bovenaf bezien. Wat is de minimale kracht F in Newton waarmee de robot moet duwen zodat hij stabiel kan blijven hangen?

PIC

Oplossing

Antwoord:

125


Als de robot met een kracht F naar alle kanten duwt, is de wrijvingskracht bij elke kant Fw = fF en deze is naar boven gericht, waarbij f de wrijvingscoëfficiënt f = 0,3 is. Aan de andere kant werkt de zwaartekrachtskracht Fz = mg op de robot naar beneden. Om de robot te stabiliseren, moet de zwaartekrachtskracht gelijk zijn aan de som van alle vier de wrijvingskrachten. Dus we moeten hebben:

Fz = 4Fw mg = 4fF F = mg 4f

Daarom moet de kracht F zijn:

F = mg 4f = 15kg 10Nkg 4 0,3 = 125N

Statistieken
499
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
34.7%
teams opgelost
00:17:30
gemiddelde oplostijd

Opgave 26

Nieuw logo

Paula is bezig met het maken van een logo voor haar winkel. Ze is begonnen met het tekenen van een parallellogram met één zijde van lengte 12cm. Ze heeft ontdekt dat ze twee regelmatige zeshoeken in het parallellogram kan tekenen zoals in de figuur. Wat is de zijdelengte van die zeshoeken in centimeters?

PIC

Oplossing

Antwoord:

3


Elke zeshoek kan worden opgedeeld in 6 gelijkzijdige driehoeken. Hierdoor is het mogelijk om een driehoekig raster over de figuur te tekenen:

PIC

Hieruit kunnen we meteen zien dat de zijdelengte van de zeshoeken (die gelijk is aan de zijdelengte van de driehoeken) 12cm : 4 = 3cm is.

Statistieken
418
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
88.5%
teams opgelost
00:07:24
gemiddelde oplostijd

Opgave 27

Naar de zeebodem

Patrick de piraat is in gevecht geraakt met een andere piraat. Zijn schip werd geraakt door een kanonskogel en nu stroomt er 50l water per seconde het schip in. Patrick berekent hoeveel tijd hij nog heeft voordat het schip volledig zinkt. Hij benadert zijn schip als een holle balk met afmetingen 10m × 3m × 2m en met een massa van 5t. Hoeveel tijd in seconden heeft Patrick nog voordat het schip volledig zinkt?

Oplossing

Antwoord:

1100


Het schip zal volledig zinken wanneer de zwaartekrachtkracht gelijk is aan de opwaartse kracht. De maximale opwaartse kracht die kan werken op het schip met volume V is Fopwaarts = V ρwaterg. De zwaartekrachtkracht bestaat uit twee delen: de zwaartekracht van het schip zelf en de zwaartekracht van het water dat het schip in is gestroomd. De zwaartekracht van het schip met massa m is Fg1 = mg. Het water stroomt in het schip met een debiet Q, dus na tijd t zal er het volume V = Qt water in het schip zijn. Dus, de zwaartekrachtkracht van het water zal Fg2 = Qtρwaterg zijn. De voorwaarde voor volledig zinken is Fopwaarts = Fg1 + Fg2, waardoor we de tijd t kunnen uitdrukken:

V ρwaterg = mg + Qtρwaterg t = V ρwater m Qρwater

Daarom zal het schip volledig zinken na:

t = V ρwater m Qρwater = (10m 3m 2m) 1000kgm3 5000kg 0,05m3s 1000kgm3 = 1100s

Statistieken
385
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
38.2%
teams opgelost
00:18:29
gemiddelde oplostijd

Opgave 28

Som van jaren

Vandaag berekenen twee vrienden, Anne en Emma, de som van alle getallen van de jaren waarin ze geleefd hebben. Het blijkt dat de het resulaat van Emma 19945 groter is dan dat van Anne. In welk jaar is Emma geboren?

Oplossing

Antwoord:

1990


Beide meisjes tellen de getallen vanaf het jaar waarin ze geboren zijn tot en met 2023 op. Emma kreeg een groter resultaat, dus Emma heeft enkele getallen opgeteld die Anne niet heeft opgeteld. Omdat elke term ongeveer 2000 is, is het aantal termen dat alleen Emma heeft opgeteld 19945 : 200010. Dit betekent dat de getallen die alleen door Emma zijn opgeteld x, x + 1, …, x + 9 zijn, waar x het geboortejaar van Emma is. De som van deze getallen is 10 + 45. Zo krijgen we de vergelijking 10x + 45 = 19945, waaruit we kunnen concluderen dat Emma is geboren in x = 1994545 10 = 1990.

Statistieken
298
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
50.7%
teams opgelost
00:15:34
gemiddelde oplostijd

Opgave 29

Spiegeldoolhof is terug

Marcel speelt een spelletje met spiegels. Het bestaat uit een 3 × 4-tabel zoals in de linkerfiguur. Marcel moet een (tweezijdige) spiegel in elk van de vakjes neerzetten, zodanig dat de hoek die de spiegel met de zijden van de tabel steeds 45 is. Marcel schiet vervolgens met een laser een lichtstraal af, dat uiteindelijk het spiegeldoolholf uitkomt. Zie de rechterfiguur van zo’n mogelijke situatie. Marcel vraagt zich nu iets anders af: Hoeveel verschillende trajecten (inclusief het traject in de rechterfiguur) kan de lichtstraal hebben genomen om vanuit hetzelfde beginpunt hetzelfde eindpunt te bereiken?

PIC

Oplossing

Antwoord:

11


Probeer de mogelijkheden gebaseerd op de orientatie van de eerste en de laatste spiegel. Dan vinden we de rijen van de volgende figuur (omwille van beter inzicht tekenen we de lichtstralen en de niet gebruikte spiegels niet):

PIC

Dus we zien dat er 1 + 3 + 3 + 4 = 11 mogelijke trajecten zijn voor de lichtstraal.

Statistieken
238
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
42.0%
teams opgelost
00:27:56
gemiddelde oplostijd

Opgave 30

Gelijke vierhoek

André tekent een rechthoek ABCD zodat AB : BC = 9 : 8. Hij tekent de punten E en F respectievelijk op de segmenten BC en CD zodat CE = BE en DF = 2 FC. Zo heeft hij een vierhoek ABEF geconstrueerd. Hij vraagt zijn vriend Jakob om de omtrek van ABEF te vinden in centimeters en zijn vriend Jan om de oppervlakte van ABEF te vinden in vierkante centimeters. Het blijkt dat zij op dezelfde numerieke waarde uitkomen. Determineer de omtrek van de rechthoek ABCD in centimeters. Geef je antwoord als een volledig vereenvoudigde breuk.

Oplossing

Antwoord:

68 3


Laat de lengte van de zijden van de rechthoek ABCD AB = 9x en BC = 8x zijn voor zekere x.

Eerst berekenen we de omtrek van vierhoek ABEF. De benen in de rechthoekige driehoek ECF hebben lengtes 4x en 3x. Dus volgens de stelling van Pythagoras geldt EF = (4x)2 + (3x)2 = 5x. Op gelijke wijze heefft de rechthoekige driehoek FDA benen van lengte 6x en 8x, dus FA = (6x)2 + (8x)2 = 10x. Dus de omtrek van de vierhoek is 9x + 4x + 5x + 10x = 28x.

Nu berekenen we de oppervlakte van de vierhoek ABEF. De rechthoekige driehoeken ECF en FDA hebben oppervlaktes (4x)(3x) 2 = 6x2 en (6x)(8x) 2 = 24x2. De oppervlakte van rechthoek ABCD is (9x) (8x) = 72x2, dus de oppervlakte van vierhoek ABEF is nu 72x2 6x2 24x2 = 42x2. We weten dat de numerieke waarden van de omtrek en de oppervlakte gelijk zijn, dus:

28x cm = 42x2 cm2 x = 28 42cm = 2 3cm

Nu rest enkel om de omtrek van de rechthoek ABCD te berekenen en dat is 9x + 8x + 9x + 8x = 34x = 34 2 3cm = 68 3 cm.

Statistieken
201
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
16.4%
teams opgelost
00:27:13
gemiddelde oplostijd

Opgave 31

Werkende worm

Een homogene worm met massa 3g en lengte 30cm wil over een kubus met zijdelengte 10cm in de tuin klimmen. De worm zal klimmen zoals in de figuur. Wat is de arbeid die de worm levert in mJ?

Je mag wrijving tussen de worm en de kubus negeren.

PIC

Oplossing

Antwoord:

2


De arbeid van de worm zal de maximale potentiële energie van de worm tijdens de klim zijn (aangenomen dat de potentiële energie in het begin nul is). Het is niet moeilijk om te zien dat dit maximum exact wordt bereikt op het moment dat de worm zich in de positie van de figuur bevindt (hoe meer van zijn delen hoger zijn, hoe groter de potentiële energie).

Splits de worm op in 3 delen (maak je geen zorgen, ze zullen teruggroeien) - twee verticale delen en één horizontaal deel zoals in de figuur. Allemaal hebben ze lengte 10cm en dit is een derde van de lengte van de worm. De worm is homogeen, dus alle 3 de delen hebben massa m0 = 3g : 3 = 1g. Het horizontale deel heeft het massamiddelpunt op hoogte h2 = 10cm, dus de potentiële energie van dit deel is E2 = m0gh2 = 0,001kg 10Nkg 0,1m = 0,001J = 1mJ. De verticale delen hebben massamiddelpunten op hoogte h1 = h3 = 5cm, dus de potentiële energie van deze delen is E1 = E3 = m0gh1 = m0gh3 = 0,001kg 10Nkg 0,05m = 0,0005J = 0,5mJ.

Dus nu is de maximale potentiële energie van de worm E = E1 + E2 + E3 = 0,5mJ + 1mJ + 0,5mJ = 2mJ en dit is dus ook arbeid die de worm moet leveren.

Statistieken
160
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
25.6%
teams opgelost
00:21:58
gemiddelde oplostijd

Opgave 32

Vergeten wachtwoord

Teresa is al haar meest dierbare eigendommen verloren in een kluis die beveiligd is met een wachtwoord van 5 letters. Helaas gebruikt ze geen wachtwoordmanager en is ze het wachtwoord van haar kluis vergeten. Ze herinnert zich echter nog wel dat de eerste twee letters van het wachtwoord NA zijn en dat ze alleen het 26 letters lange Nederlandse alfabet heeft gebruikt. Om de kluis te openen, probeert ze alle mogelijke combinaties voor de resterende letters in alfabetische volgorde (AAA, AAB, AAC, …). Hoeveel pogingen moet Teresa doen als haar originele wachtwoord NABOJ is?

Oplossing

Antwoord:

1050


We kunnen de opgave in meer behapbare delen opdelen. Ten eerste, hoeveel pogingen hebben we nodig om bij ABA te komen? Omdat er 26 letters zijn in het Nederlandse alfabet, zijn hier 26 herhalingen van de laatste letter veranderen voor nodig. En BAA? Voor alle 26 herhalingen van de laatste letter veranderen, verandert de tweede letter met 1, dus om van AAA naar BAA te komen hebben we 26 26 = 676 pogingen nodig. Om nu van BAA naar BOA te komen hebben we 26 14 = 364 pogingen nodig, omdat O de 15-de letter van het alfabet is en we alle 14 letters die voor O komen moeten proberen. Tot slot, J is de 10-de letter, dus hebben we nog 10 extra pogingen nodig om van BOA naar BOJ te komen. Dit allemaal samen geeft 676 + 364 + 10 = 1050 pogingen.

Statistieken
119
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
47.1%
teams opgelost
00:13:36
gemiddelde oplostijd

Opgave 33

Patrick trekt aan de touwtjes

Patrick heeft 3 hefbomen met lengtes 12a, 4a en 5a. Hij verbindt ze met horizontale touwtjes zoals in de figuur. Hij begint aan de meest rechter hefboom te trekken met een kracht van 300N. Met hoeveel kracht (in Newton) moet hij aan de meest linker hefboom trekken zodat het mechanisme in rust blijft?

PIC

Oplossing

Antwoord:

125


Het mechanisme blijft enkel in rust als de koppel dat op elk van de hefbomen werkt verdwijnt. Dus we moeten kijken naar de koppels die op de hefbomen werken. Probeer eerst de touwtjes te begrijpen. De touwtjes zullen gespannen zijn, dus het touwtje zal op beide hefbomen dezelfde spankracht uitoefenen. Dus bijvoorbeeld zal het touwtje dat de middelste en de rechter hefboom verbindt met dezelfde kracht op de middelste hefboom werken (naar rechts) als op de rechter hefboom (naar links). Merk bovendien op dat deze krachten ook op dezelfde hoogte werken, dus ze werken op dezelfde afstand van de draaias van de hefbomen. Daarom werkt elk touwtje ook op beide hefbomen met dezelfde koppel.

Dit betekent dat we de middelste hefboom als het ware kunnen vergeten. De kracht die op de rechter hefboom werkt veroorzaakt namelijk een zeker koppel van grootte M op de rechter hefboom. Dit moet worden gecompenseerd door de koppel van het touwtje dat aan de rechter hefboom is bevestigd. Aangezien de touwtjes de koppel overdragen, moet de grootte van de koppel waarmee het rechter touw op de middelste hefboom werkt weer M zijn. En op dezelfde manier zal de koppel op de linker hefboom ook een grootte van M hebben.

Daarom moeten de twee relevante krachten een koppel van dezelfde grootte hebben om het mechanisme in rust te houden. Dit geeft ons de volgende vergelijking:

F (12a) = 300N (5a) F = 5 12 300N = 125N

Dus Patrick moet met een kracht van 125N trekken.

Statistieken
87
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
56.3%
teams opgelost
00:11:19
gemiddelde oplostijd

Opgave 34

Grote driehoek

Aaron tekent een driehoek met zijden 20cm, 21cm en 22 cm op het bord. Dan tekent hij de hoogtelijn op de zijde met lengte 20cm. Dit deelt deze zijde op in twee segmenten. Wat is het positieve verschil tussen deze lengtes in centimeters?

Oplossing

Antwoord:

2,15


Zij de lengtes en de namen van de punten zoals in de figuur:

PIC

Beschouw de rechthoekige driehoeken ABP en ACP. Door toepassing van de stelling van Pythagoras krijgen we nu:

h2 + x2 = (21cm)2 h2 + y2 = (22cm)2

Als we de h2 van beide gelijkheden isoleren en dan de gelijkheden gelijkstellen, dan vinden we:

(21cm)2 x2 = (22cm)2 y2 y2 x2 = (22cm)2 (21cm)2

Nu kunnen we de formule a2 b2 = (a b)(a + b) toepassen aan beide kanten, zodat:

(y x)(y + x) = (1cm)(43cm) = 43cm2

Maar we weten dat y + x = 20cm. Dus het verschil van de lengtes y x dat we moeten vinden, is:

y x = 43cm2 x + y = 43cm2 20cm = 43 20cm = 2,15cm

Statistieken
71
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
35.2%
teams opgelost
00:20:00
gemiddelde oplostijd

Opgave 35

Achtbaan van informatie

Matthijs heeft een boek gelezen waar hij de volgende informatie uit heeft gehaald: Als een auto met massa m met een snelheid v in een cirkelboog met straal r rijdt, dan werkt er een middelpuntzoekende kracht Fmpz = mv2 r op de auto.

Daarna gaat Matthijs naar een pretpark waar hij gefascineerd raakt door een achtbaan. Op een specifiek segment laten ze het karretje vrij afdalen vanaf een hoogte h en dan laten ze het een looping met straal 30m doen, zoals geïllustreerd in de figuur. Wat is de minimale benodigde hoogte h in meters om de looping te voltooien zonder dat de karretjes vallen?

PIC

Oplossing

Antwoord:

75


Laat m de massa van een achtbaankarretje, r = 30m de straal van de looping en v de snelheid van het karretje op het hoogste punt zijn.

Door het eerste deel van de opgave weten we dat er op het hoogste punt een zekere middelpuntzoekende kracht Fmpz = mv2 r is. Er zijn twee krachten die hiervoor op het karretje kunnen werken in deze richting - de zwaartekracht Fg = mg en een zekere kracht afkomstig van de looping. We willen dat de middelpuntzoekendekracht zo klein als mogelijk is (hoe groter de middelpuntzoekende kracht is, hoe grotere snelheid de snelheid van het karretje moet zijn en dus zal het karretje ook meer energie moeten hebben in de beginsituatie). Omdat we de zwaartekracht niet kunnen verminderen, hebben we in het minimale geval dat Fmpz = Fg. Nu weten we dus:

mv2 r = mg v2 r = g v2 = rg

Bekijk nu de energieën. In het begin heeft het karretje enkel potentiële energie E1 = mgh, maar bovenin heeft het karretje zowel potentiële als kinetische energie. De hoogte is dan 2r en de snelheid v, dus de energie is dan E2 = mg(2r) + 1 2mv2. Energie blijft constant, dus E1 = E2. Als we dit combineren met de vergelijking voor v2 krijgen we

mgh = mg(2r) + 1 2mv2 gh = 2gr + 1 2rg h = 5 2r

Dus zal het karretje moeten afdalen van de hoogte h = 5 2r = 5 2 30m = 75m.

Statistieken
59
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
27.1%
teams opgelost
00:18:23
gemiddelde oplostijd

Opgave 36

Boter-kaas-en-eierentoernooi

In totaal 24 spelers hebben deelgenomen aan een boter-kaas-en-eierentoernooi. Elke speler kan hierbij tegen elke andere speler spelen, maar op elk gegeven moment wordt er maar hoogstens één wedstrijd gespeeld. Op een zeker moment in het toernooi merkt Birgit op dat er geen enkele groep spelers is waarvoor geldt dat ze minstens 2 wedstrijden met de rest hebben gespeeld. Wat is het grootst mogelijke aantal gespeelde wedstrijden tot op dat moment?

Oplossing

Antwoord:

23


We bewijzen eerst dat 23 wedstrijden daadwerkelijk mogelijk is: nummer de spelers maar 1 tot en met 24 en laat steeds speler i met i + 1 spelen voor i = 1,,23. Voor een willekeurig gegeven groep geldt er nu dat de speler met het kleinste getal, stel m, hoogstens gespeeld kan hebben met speler m + 1 (want m 1 bestaat niet in de groep), en geldt er dus dat niet iedere speler met minstens 2 anderen gespeeld kan hebben.

Nu bewijzen nu dat k 24 wedstrijden juist niet mogelijk zijn: stel maar wel dat er geen groep spelers is waarbinnen elke speler minstens twee wedstrijden heeft gespeeld, ofwel elke groep spelers eraan voldoet dat er een speler is met hoogstens 1 wedstrijd. Pas deze eigenschap dan eerst toe op alle 24 spelers, zodat er een speler is met 1 of 0 wedstrijden. Bekijk nu een alternatief toernooi van 23 spelers, zonder deze speler en zonder deze 1 wedstrijd die die gespeeld had. Dan hebben we nu een toernooi van k 1 23 wedstrijden, en 23 spelers, zodanig dat voor elke groep vanuit die 23 spelers geldt dat er een speler is met 1 gespeelde wedstrijd. Zo doorgaan geeft dat er een toernooi is met k 23 1 wedstrijden en slechts 1 speler, met deze eigenschap. Maar een speler die tegen zichzelf speelt kon helemaal niet: tegenspraak.

23 wedstrijden zijn dus wel mogelijk, maar meer dan dat niet, en dus is het antwoord inderdaad 23.

Statistieken
46
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
52.2%
teams opgelost
00:15:19
gemiddelde oplostijd

Opgave 37

Overhaaste vermenigvuldiging

Louise wil graag weten wat het product van de positieve opeenvolgende oneven getallen van een tot en met eenendertig is, oftewel, wat is 1 3 5 7 9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31. Ze pakt haar rekenmachine erbij en begint de getalllen gehaast te vermenigvuldigen. Louise vermoedt dat ze er één heeft weggelaten. Ze ziet dat het op twee na laatste cijfer van het getal dat wordt weergegeven op haar rekenmachine een 4 is. Welk getal heeft Louise weggelaten?

Oplossing

Antwoord:

25


Eerst moeten we de regel voor deelbaarheid door 125 ontdekken. De voorwaarde is dat het getal gevormd door de laatste 3 cijfers deelbaar is door 125 (dit is vergelijkbaar met de deelbaarheidsregels voor 2, 4, 8, 16, …, maar dan nu met 5, 25, 125 …). Waarom werkt dit? Schrijf een getal als 1000A + B, met B < 1000. Nu is B het getal dat wordt gevormd door de laatste 3 cijfers. Merk op dat 1000 deelbaar is door 125, want 1000 = 8 125. Om nu het getal 1000A + B deelbaar te laten zijn door 125, moet B zelf deelbaar zijn door 125. Dit bewijst de voorwaarde.

We bekijken nu wat voor consequenties dit heeft. De enige cijfers met maximaal 3 cijfers deelbaar door 125 zijn 0, 125, 250, 375, 500, 625, 750 en 875. Geen van deze beginnen met het cijfer 4, dus kunnen we concluderen dat veelvouden van 125 het cijfer 4 niet als op twee na laatste cijfer kunnen hebben.

Nu komen we eindelijk terug bij de originele opgave. We weten dat het op twee na laatste cijfer 4 is, dus het resultaat dat Louise heeft gekregen kan niet een veelvoud zijn van 125. Als ze geen enkel getal had weggelaten, was het uiteindelijke product deelbaar door 5 15 25. Dit betekent dat de priemfactorisatie van het product het getal 5 vier keer zou bevatten. We moeten het priemgetal 5 dus minstens twee keer weghalen. Dit is alleen mogelijk door het getal 25 weg te laten. Dit betekent dat Louise het getal 25 heeft weggelaten.

Statistieken
38
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
39.5%
teams opgelost
00:13:42
gemiddelde oplostijd

Opgave 38

Spanning tot het eind

Martins favoriete elektrische circuit is getekend in de figuur. Hij kiest daarop de punten A, B, C en D, hij meet de spanning tussen elk paar van deze punten en hij schrijft de zes waarden op een vel papier. Na enige tijd vindt hij dit vel weer terug, maar één van de waarden is onleesbaar. De andere vijf waarden zijn in willekeurige volgorde 7V, 8V, 10V, 15V en 18V. Martin begint na te denken en hij concludeert dat er twee mogelijke waarden voor de zesde spanning zijn. Wat is de som van deze spanningen in Volt?

De weerstand van de weerstanden hoeven niet allemaal gelijk te zijn.

PIC

Oplossing

Antwoord:

28


Een spanning tussen twee punten beschrijft de grootte van het verschil van potentialen in deze twee punten. Het potentiaal beschrijft alleen de (elektrische) energie van een deelte met lading 1C. Op elk van de punten A, B, C, D heeft dit deeltje een zekere potentiële energie en we kunnen dit getal aan elk van de punten toekennen. Dan beschrijven de spanningen enkel de verschillen tussen deze getallen.

We kunnen nu het probleem herformuleren tot de wiskundige opgave van vier getallen toekennen aan A, B, C en D (nu hebben deze letters niks meer te maken met de natuurkunde opgave), zodat hun verschillen 7, 8, 10, 15, 18 en de onbekende waarde zijn. Merk één interessante eigenschap op. Als je drie getallen neemt, zeg X, Y en Z, zodat X > Y > Z, dan is het verschil X Y de som van de verschillen X Y en Y Z (want (X Y ) + (Y Z) = X Z). Dus als we een willekeurig drietal getallen nemen, dan zullen hun verschillen de eigenschap hebben dat één de som van de andere twee is.

We kunnen nu teruggaan naar de opgave. Stel het onbekende verschil is het verschil tussen C en D. Neem de getallen A, B en C. Elk van deze verschillen zijn bekend. Omdat één van deze de som van de andere twee moet zijn, hebben we enkel twee mogelijkheden: 7 + 8 = 15 of 8 + 10 = 18. Iets vergelijkbaars moet gelden voor drietal A, B en D, dus één van deze drietallen heeft verschillen 7, 8 en 15 en de andere heeft verschillen 8, 10 en 18. De drietallen A, B, C en A, B, D overlappen enkel in A en B, dus dit verschil moet 8 zijn (dit is het enige verschil waarin de drietallen 7, 8, 15 en 8, 10, 18 overlappen).

De getallen A en B spelen dezelfde rol, dus zonder verlies van algemeenheid kunnen we stellen dat de verschillen van A en C en van B en C respectievelijk 15 en 7 zijn. In het drietal A, B en C weten we nu dat beide getallen A en C ofwel de grootste, ofwel het kleinste getal zijn. Kies ze zo, zodat A de grootste is. We hebben nu twee mogelijkheden voor wat de verschillen van D en de getallen A en B kunnen zijn.

Geval 1: Het verschil tussen A en D is 18. Dit betekent dat in het drietal A, B en D, een van de getallen A en D het grootste en de andere het kleinste is. Maar in het drietal A, B en C kozen we A als grootste, dus A is groter dan B. Dus in het drietal A, B, D weten we dat A de grootste moet zijn. Dit alles betekent dat A is 15 groter is dan C en 18 groter is dan D. Dus het verschill tussen C en D is (A 15) (A 18) = 3. Dit is de eerste oplossing.

Geval 2: Het verschil tussen A en D is 10. Dit betekent dat in het drietal A, B en D één van de getallen B en D het grootste en de andere het kleinste is. Op vergelijkbaar wijze met het vorige geval weten we dat A groter is dan B, dus B moet de kleinste zijn. Dus weten we dat C met 7 kleiner is dan B en dat D met 18 groter is dan B. Dit betekent dat het verschil tussen C en D gelijk aan (B + 18) (B 7) = 25 is. Dit is de tweede oplossing.

Om samen te vatten, we hebben gevonden dat het onbekende verschil enkel 3 of 25 kan zijn. In het originele probleem betekent dit dat de onbekende spanning enkel 3V of 25V kan zijn. Dus de som van de twee mogelijke onbekende spanningen is 3V + 25V = 28V.

Statistieken
31
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
51.6%
teams opgelost
00:08:14
gemiddelde oplostijd

Opgave 39

Zeshoekige speeltuin

Er is een speeltuin in de stad in de vorm van een convexe zeshoek, waarvan alle binnenhoeken 120 zijn. De lengtes van de zijden van de speeltuin zijn 10m, 12m, 4m, 8m, 14m, 2m. Het is bekend dat de oppervlakte van de speeltuin geschreven kan worden als a3m2. Bereken de waarde van a.

Oplossing

Antwoord:

91


Voordat we beginnen, bekijken we de oppervlakte van een gelijkzijdige driehoek met zijdelengte x. Door de stelling van Pythagorsas is het makkelijk te berekenen dat de hoogte van deze driehoek 3 2 x is. Dus de oppervlakte van de gelijkzijdige driehoek is x3 2 x 2 = 3 4 x2.

Nu keren we terug naar de originele opgave. Zij de hoekpunten van de zeshoek A, B, C, D, E, F, zodat AB = 10m, BC = 12m, CD = 4m, DE = 8m, EF = 14m, FA = 2m. Zij K, L, M de snijpunten van AB,CD en EF om de driehoek KLM zoals in de figuur te krijgen:

PIC

Omdat de binnenhoeken van de zeshoek ABCDEF 120 waren, weten we dat de driehoeken KAF, LBC en MDE gelijkzijdig zijn. Dit betekent dat ook driehoek KLM gelijkzijdig is met zijdelengte 24m.

De oppervlakte van de zeshoek ABCDEF is het verschil van de oppervlakte van de gelijkzijdige driehoek KLM en de som van de oppervlaktes van de gelijkzijdige driehoeken KAB, LBC en MDE. Dus het oppervlakte van de zeshoek ABCDEF is:

3 4 (24m)2 (3 4 (2m)2 + 3 4 (12m)2 + 3 4 (8m)2) = (122126242)3m2 = 913m2

De waarde van a is nu 91

Statistieken
24
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
8.3%
teams opgelost
00:06:45
gemiddelde oplostijd

Opgave 40

Proefdier

Huub heeft thuis een hydraulisch systeem met 3 zuigers zoals in de figuur. Hij weet dat de oppervlakte van de eerste zuiger de som van de oppervlaktes van de andere twee zuigers is. Huub heeft ook een hamster waarmee hij een paar experimenten uitvoert:

Zodra hij de hamster op de eerste zuiger plaatst, zakt deze met 15mm naar beneden.

Zodra hij de hamster op de tweede zuiger plaatst, zakt deze met 30mm naar beneden.

Hoeveel millimeter zal de derde zuiger zakken als Huub de hamster erop plaatst?

PIC

Oplossing

Antwoord:

75


Schrijf voor de oppervlaktes van de eerste zuiger S1, van de tweede zuiger S2 en van de derde zuiger S3. De gegeven informatie geeft S1 = S2 + S3.

Laat m de massa van de hamster en Δh1 = 15mm de afstand die de eerste zuiger zakt zodra de hamster erop is gezet. op hetzelfde moment stijgt de tweede zuiger met Δh2 en de derde zuiger met Δh3. Nadat de hamster op de eerste zuiger is geplaats, moeten er twee dingen gebeuren. Ten eerste moet het water onder de eerste zuiger zich verdelen over de andere twee zuigers. Dit geeft de voorwaarde S1Δh1 = S2Δh2 + S3Δh3. Ten twee de moet de druk van alle drie de zuigers gelijk zijn. Als p de initïele druk is van het systeem en ρ de dichtheid van water, dan geeft dit p + mg S1 Δh1ρg = p + Δh2ρg = p + Δh3ρg. We kunnen p wegstrepen en door g delen, zodat we m S1 Δh1ρ = Δh2ρ = Δh3ρ krijgen. Het tweede deel van deze vergelijking geeft Δh2 = Δh3. Dit combineren in de vorige vergelijkingen geeft:

S1Δh1 = (S2 + S3)Δh2 m S1 Δh1ρ = Δh2ρ

Of in een andere vorm:

S1 S2 + S3Δh1 = Δh2 m S1ρ Δh1 = Δh2

Als we deze vergelijkingen gelijkstellen krijgen we:

m S1ρ Δh1 = S1 S2 + S3Δh1 m S1ρ = S1 + S2 + S3 S2 + S3 Δh1

Nu herdefiniëren we Δh2 als de afstand waarmee de tweede zuiger zakt als de hamster erop is gezet en op vergelijkbare wijze Δh3 voor de derde zuiger. Op dezelfde wijze als hierboven vinden we:

m S1ρ = S1 + S2 + S3 S2 + S3 Δh1 m S2ρ = S1 + S2 + S3 S1 + S3 Δh2 m S3ρ = S1 + S2 + S3 S1 + S2 Δh3

Als we de eerste twee vergelijkingen delen en gebruiken dat S1 = S2 + S3, krijgen we:

S2 S1 = 2S1 S2 S1 Δh1 Δh2 S2 = (2S1 S2)Δh1 Δh2 = (2S1 S2)15mm 30mm = 2S1 S2 2 3S2 = 2S1 S2 = 2 3S1

Door S1 = S2 + S3 krijgen we S3 = S1 S2 = S1 2 3S1 = 1 3S1. Door te delen door de eerste en de derde vergelijking van de vorige groep vergelijkingen vinden we:

S3 S1 = S1 + S2 S2 + S3 Δh1 Δh3 1 3S1 S1 = S1 + 2 3S1 2 3S1 + 1 3S1 Δh1 Δh3 1 3 = 5 3 Δh1 Δh3 Δh3 = 5Δh1 = 5 15mm = 75mm

Dus als we de hamster op de derde zuiger plaatsen, zakt deze met een afstand van 75mm.=

Statistieken
19
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
15.8%
teams opgelost
00:16:47
gemiddelde oplostijd

Opgave 41

Vreemd favoriet getal

Naut heeft een favoriet getal. Het is zijn favoriete getal omdat het het kleinste gehele getal groter dan 1 is met de volgende eigenschap: Als Naut de som van de cijfers vermenigvuldigt met zichzelf, krijgt hij het product van de cijfers van het getal. Wat is de waarde van dit getal?

Oplossing

Antwoord:

999


Nauts favoriete getal kan niet uit één cijfer bestaan. Als het wel een cijfer a was, dan zou de voorwaarde zeggen dat a2 = a, wat alleen waar is voor a = 0 en a = 1, maar het getal moet groter zijn dan 1.

Nauts favoriete getal kan ook niet uit twee cijfers bestaan. Als dat wel zo is, kunnen we het getal schrijven als 10a + b. Dan hebben we door de voorwaarde (a + b)2 = ab, oftewel a2 + ab + b2 = 0 werkt. Maar omdat b niet negatief en a positief is, hebben we altijd a2 + ab + b2 > 0, dus a2 + ab + b2 = 0 kan nooit gelden.

Vervolgens gaan we laten zien dat 999 het enige getal bestaande uit drie cijfers is met de gegeven eigenschap. Het is makkelijk te controleren dat 999 de eigenschap heeft ((9 + 9 + 9)2 = 272 = 36 = 93 = 9 9 9).

Zij 100a + 10b + c het getal met de gegeven eigenschap, dus (a + b + c)2 = abc geldt. De getallen a, b en c zijn cijfers, dus hebben we 0 a,b,c 9. Het is duidelijk dat als sommige van deze cijfers 0 zijn, dat dan de relatie (a + b + c)2 = abc ervoor zorgt dat de andere cijfers ook 0 zijn, wat niet kan. Dus kunnen we aannemen dat 1 a,b,c. Bovendien is de relatie (a + b + c)2 = abc symmetrisch in de waarden a, b, c, zodat we kunnen aannemen dat a b c (deze voorwaarde zal het kleinste driecijferige getal produceren uit elk correcte drietal). Dus nemen we aan dat:

1 a b c 9

Bekijk nu (a + b + c)2 = abc iets beter. Dit kan geschreven worden als a2 + b2 + c2 + 2ab + 2ac + 2bc = abc. Als we gebruiken dat c 9, weten we dat abc 9ab. Door a b c te gebruiken, weten we ook dat:

c2 ab ac ab bc ab

Ook geldt (a b)2 0, dus a2 + b2 2ab. Als we deze ongelijkheden combineren, krijgen we:

9ab a2 + b2 + c2 + 2ab + 2ac + 2bc = abc 9ab

Omdat de linker- en de rechterkant van deze ongelijkheid hetzelfde zijn, moeten we gelijkheden hebben gebruikt in alle ongelijkheden.

  • In de ongelijkheid abc 9ab is er gelijkheid dan en slechts dan als c = 9.
  • In de ongelijkheid ac ab is er gelijkheid dan en slechts dan als b = c.
  • In de ongelijkheid bc ab is er gelijkheid dan en slechts dan als a = c.

Als we deze observaties combineren, krijgen we dat het enige mogelijke geval a = b = c = 9 is. We hebben al gecontroleerd dat dat daadwerkelijk een getal met de gegeven eigenschap. Dus 999 is het enige driecijferige getal dat voldoet aan de gegeven eigenschap. Nu weten we dus dat dit het kleinste getal groter dan 1 is dat voldoet aan de gegeven eigenschap, dus 999 is Nauts favoriete getal.

Statistieken
14
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
7.1%
teams opgelost
00:19:50
gemiddelde oplostijd

Opgave 42

Tweede stabiele robot

Wetenschappers doen nu onderzoek naar een ander diep gat dat ze hebben gegraven, opnieuw met vierkante dwarsdoorsnede. Ze hangen weer een kleine robot met massa 15kg in het gat. Om de robot te stabiliseren, duwt de robot met armen tegen de kanten van het gat. Elke arm duwt met een kracht F. Maar deze keer zijn de wrijvingscoëfficiënten tussen de armen en de kanten 0,1, 0,2, 0,3 en 0,4. Ze hebben daarom een schets van de robot van bovenaf getekend zoals in de figuur. Wat is de minimale kracht F in Newton waarmee de robot moet duwen zodat deze stabiel kan blijven hangen?

PIC

Oplossing

Antwoord:

250


We pakken dit op dezelfde manier aan als bij opgave 25, maar deze keer moeten we er even over nadenken wat de verschillende wrijvingscoëfficiënten doen. We focussen eerst enkel op de richting waar we wrijvingscoëfficiënten f1 = 0,1 en f3 = 0,3 hebben. We weten dat de kracht in de formule Ff = fF staat voor de maximale wrijvingskriacht, oftewel Ff fF. Op deze manier krijgen we twee wrijvingskrachten Ff1 f1F en Ff3 f3F. Als deze krachten verschillend zouden zijn, zouden ze een koppel veroorzaken (om de as die de andere twee armen van de robot verbindt) op de robot. Dit zou de robot instabiel maken. Daarom hebben we Ff1 = Ff3. Als we de twee ongelijkheden combineren met f1 f3, krijgen we dat Ff1 = Ff3 = f1F. Op soortgelijke wijze vinden we voor f2 = 0,2 en f4 = 0,4 dat Ff2 = Ff4 = f2F. Om te compenseren voor de zwaartekracht Fg = mg moeten we hebben:

Fg = Ff1 + Ff2 + Ff3 + Ff4 mg = f1F + f2F + f1F + f2F mg = 2(f1 + f2)F F = mg 2(f1 + f2)

Dit betekent dat de robot moet duwen met kracht:

F = mg 2(f1 + f2) = 15kg 10Nkg 2 (0,1 + 0,2) = 250N

Statistieken
9
Geen enkel team heeft al een probleem opgelost
33.3%
teams opgelost
00:25:15
gemiddelde oplostijd